Opdracht filmpjes

 

1. Maak van elk filmpje een samenvatting 

2. Noteer bij elk filmpje drie bijpassende biologische begrippen uit het hoofdstuk Gedrag

Door op de pijl onderaan deze pagina te klikken, komt U bij de links van de filmpjes. 

 

Filmpjes H.1

1.1 In dit filmpje wordt onderzoek gedaan naar het gedrag van kippen wanneer deze te eten krijgen. Ondanks dat alle kippen honger hadden, bleven ze onderling erg rustig. Er werd geconstateerd dat bepaalde vogels eerder aten dan anderen. Hierdoor leek het alsof de kippen een onderlinge rangorde hadden. Om vast te stellen dat dit daadwerkelijk ook zo was, zette de onderzoeker een nieuwe kip bij de rest. De nieuweling moest zich eerst een plek veroveren in de groep. De kippen begonnen elkaar te pikken. Door het aantal keer pikken te tellen en te kijken welke kip hoe vaak pikte, kon hij een pikorde vaststellen. De kip die het vaakst pikte was het hoofd van de groep. Gedrag, signalen, rangorde.

 

1.2 In dit filmpje onderzoekt Tinbergen het gedrag van een stekelbaarsje tijdens het voortplantingsseizoen. Hij let hierbij op de verschillende acties die het stekelbaars mannetje uitvoert om het vrouwtje naar het nest te lokken. Ook kijkt hij hoe het stekelbaarsmannetje reageert als er een ander mannetje bij hem in de buurt komt. Het verschijnen van een vrouwtje, doet het mannetje dansen. Vervolgens maakt Tinbergen een replica van ‘vissen’ door een plastic voorwerp aan een stokje in het water te laten zakken met de kenmerken van een stekelbaarsje. De vorm was onjuist. Het enige was de rode kleur van de buik die het mannetje op een bepaalde manier liet reageren. Prikkel, inwendige prikkel, sleutelprikkel.

 

-In dit filmpje werkt Tinbergen met meeuwen. Hij stelt vast dat prikkels van belang zijn voor de samenleving van de meeuwen. De bedelreactie is hiervan een voorbeeld. Jongen meeuwen bedelen bij de moeder om eten te krijgen. Hij vroeg zich af of de rode vlek op de snavel van de moeder voor een prikkel zorgde. Voor zijn proef had hij een nest vol pasgeboren meeuwen nodig. De kuikens kregen kartonnen modellen voorgeschoteld. De pasgeboren meeuwen reageerden precies hetzelfde tegenover een stuk karton als tegen hun moeder. Supernormale prikkel, uitwendige prikkel, sleutelprikkel.

 

1.3 Ivan Pavlov onderzoekt in dit filmpje hoe dieren leren. Hij doet onderzoek naar de spijsvertering bij honden. Hij wilde nagaan of de productie van speeksel iets was dat werd beïnvloed door het zenuwstelsel. Hij vermoedde dat het produceren van speeksel een reflex was. De honden begonnen te kwijlen als hun tong in aanraking kwam met eten. Vervolgens kregen de honden door hoe hij werkte waardoor ze al begonnen te kwijlen voordat er voedsel voor hun neus stond. Voordat hij vlees door het luikje schoof, liet hij een metronoom tikken. Doordat de hond dit geluid koppelt aan het eten, begon hij al te kwijlen zodra hij het tikkende geluid hoorde. Dit noemde hij het geconditioneerde reflex. Klassieke conditionering, reflexen, aangeleerde reflexen. (voedsel zoeken)

 

-De skinner-box, waarin duiven op een sensor moesten drukken om eten te krijgen. Hierbij wilde hij aantonen hoe beloningen, gedrag kunnen laten veranderen. De duif moest een bepaald aantal keer op een plaatje tikken, waarna hij eten krijgt. Hieruit hebben ze ontdekt dat de manier waarop voedsel wordt aangeboden, invloed heeft op het leerproces. Vervolgens werd het aantal keer dat er moest worden getikt, aangepast, zodat er om de 30 seconden eten tevoorschijn kwam. Je zou denken dat het dier zou wachten, maar dat is niet zo. Het dier bleef net zo lang doorgaan totdat er eten tevoorschijn kwam. Gedrag, operant conditioneren, prikkels.

 

-In dit filmpje van The Big Bang Theory, wordt overdreven duidelijk gemaakt wat operante conditionering inhoudt. De jongen rechts op de bank, ergert zich mateloos aan het gedrag van het meisje in het midden van de bank. Door haar een stuk chocola te geven bij iedere goede actie die ze uitvoert, leert ze om geen vervelende dingen te doen wanneer de jongen in de buurt is. Dit zorgt ervoor dat je leert door middel van een beloning of straf. Operante conditionering, gedrag, prikkels.

 

-Van Osten dacht dat dieren net zoveel konden als mensen, als ze maar les kregen. Om dat te bewijzen leerde hij zijn paard lezen en rekenen. na 2 jaar les ontpopte het paard zich als een genie. Het paard beantwoorde iedere vraag goed door het stampen op de grond met zijn hoeven. Het paard kon zelfs wortel trekken. Heel veel mensen dachten dat het bedrog was. maar Van Osten hield vol. Er moest een wetenschappelijk onderzoek komen die meer duidelijkheid gaf. Er werd geconstateerd dat Van Osten kleine bewegingen maakte met zijn hoofd. Hierdoor reageerde het paard op deze gebaren. Operante conditionering, beloning, gedrag.

 

1.4 In dit filmpje wordt een liervogel geobserveerd. Liervogels staan vooral bekend door hun buitengewone vermogen om natuurlijke en kunstmatige geluiden uit hun omgeving te imiteren. Meestal imiteren ze andere vogelsoorten of dieren en vaak voegen ze hier geluiden aan toe. Het schijnt zelfs zo te zijn dat ze de geluiden na doen van auto’s wanneer er ‘s nachts in de buurt autoraces worden gehouden. Ook schijnt het zo te zijn dat wanneer je zelf een geluid maakt, er een kans bestaat dat de liervogel het geluid dat jij maakt na gaat doen. Imitatiegedrag, gedragselementen, prikkels.

 

-In dit filmpje houdt een Engelsman zich bezig met het gezang van een vink. Hij wist dat de zang in heel de wereld hetzelfde is maar dat er wel verschillende accenten waren. Hij nam de geluiden van de vink op. Dankzij een speciaal apparaat werden de verschillende tussen verschillende vogels in een oogopslag zichtbaar. Door de geluiden met een bepaalde snelheid af te spelen, ontdekte hij een verband in de verschillende geluiden van de vogels. Pasgeboren vinken stopte hij in een geluiddichte ruimte zodat ze niet konden leren zingen van volwassenen vinken. De zang die het jong produceert komt overeen met het geluid dat soortgenoten produceren. Gedrag, spectrograaf, aangeboren.

 

-In dit filmpje wordt duidelijk gemaakt wat voor inzicht kraaien hebben. Kraaien kunnen in nieuwe situaties nieuwe dingen proberen en kijken of het ze lukt. Als ze weten dat iets niet lukt, proberen ze het op een andere manier waardoor ze de gevolgen inzien van verschillende pogingen. De kraaien kunnen hun techniek verfijnen door verschillende oefeningen opnieuw uit te voeren. Hierdoor gaat het de kraai een stuk makkelijker af als deze opdracht opnieuw moet worden uitgevoerd. Trial and error, gedrag, inzicht.

 

1.5 Een onderzoek waarin een man ganzenjongen heeft opgevoed, om zo het gedrag van deze ganzen te kunnen besturen. Doordat deze man het eerste was wat de jongen ganzen zagen, denken de ganzen dat dit hun moeder is. Lawrence maakte gebruik van het inprenten om het gedrag van de ganzen van dichtbij te kunnen bestuderen. Overal waar Lawrence naartoe ging, volgde de ganzen hem. Ook waren deze ganzen erg tam. Inprenten, gedrag, uitwendige prikkels.

 

-Hier vissen beren naar vis. De volwassen beren weten precies hoe ze de vis moeten vangen. Voor hun is dit een eitje. Voor de jongen beren, is het een onmogelijke opgave om voor de eerste keer vis te vangen. Doordat de beren zelf aan het uitvinden zijn wat de juiste techniek is voor het vangen van vis, en het kijken naar de techniek van de ouders, kan de jonge beer uiteindelijk zelf zijn vis vangen. Dit is een bepaald leerproces dat erg vaan voorkomt. Trial and error, imitatie, reflexen.